Choreografie

Er zijn twee manieren waarop je kennis van de ene naar de andere plek op kantoor kunt verplaatsen, net zoals in een balletvoorstelling: Boundary Crossing en Transfer. Bij Boundary Crossing dans je voortdurend heen en weer tussen verschillende omgevingen (denk school en stagebedrijf) of rollen (student en stagiair), terwijl je bij Transfer één keer een pirouette maakt en je kennis op een nieuwe plek toepast. Hoe helpen deze danspasjes stagiairs op de werkvloer?

Ik leg beide concepten uit:

Boundary Crossing,

Grens overschrijden dus. De wetenschap ziet dit als een soort continue balletvoorstelling: je danst over grenzen, hopt even terug, en springt dan weer vooruit, plié. Waarom noemen we het geen Boundary Ballet.

Het is dus geen eenmalige sprong over een symbolische lijn, maar een eindeloze reeks van stappen van leren, ontleren en herleren. Elke keer dat je zo’n grens over danst, spijker je je skills bij en breidt je je kennis uit.

Dit voortdurende heen-en-weer gehups zorgt ervoor dat je steeds opnieuw in de leerstand moet, steeds weer moet bijstellen wat je denkt te weten of te kunnen.

Je moet je ideeën voortdurend opfrissen en aanpassen aan de nieuwe realiteit van de volgende afdeling. Onderzoekers Tuomi-Gröhn en Engeström hebben dit helemaal uitgeplozen.

Transfer

Transfer is net even anders. Het gaat hier om het eenmalig meenemen van kennis of skills naar een nieuw domein binnen een bedrijf. Je zet de stap over de grens en dat was het dan. Bijvoorbeeld, je leert iets tijdens een les op school en past die kennis dan toe in een stage, of je leert tijdens je stage iets op de ene plek en dat ga je toepassen op de andere plek.

Transfer is het dichten van die ene grote kloof tussen theorie en praktijk met een grote zwierige sprong. Dit is eigenlijk de essentie van de meeste stages; Je leert iets in de ene situatie, en dat ga je dan toepassen in een andere.

Praktijkvoorbeeld

Transfer

Stel je voor, Joey, student motorvoertuigentechniek op het mbo heeft op school geleerd hoe hij verschillende soorten motorstoringen kan diagnosticeren. Hij weet bijvoorbeeld dat bepaalde geluiden kunnen wijzen op problemen met de distributieriem of de zuigers. Deze specifieke kennis komt van pas tijdens zijn stage in de autowerkplaats.

Op een dag komt er een klant binnen met een auto die een vreemd ratelend geluid maakt. Joey herinnert zich onmiddellijk die praktijkles van zijn docent over vergelijkbare symptomen en de mogelijke oorzaken die hij op school heeft geleerd. Gebruikmakend van deze kennis, stelt hij voor om de distributieriem en zuigers te controleren, wat precies is wat hij in de klas heeft geoefend.

Joey gebruikt een speciale tool om de distributieriem te inspecteren, net zoals hij dat op school heeft gedaan. Hij ontdekt snel dat de riem versleten is en vervangen moet worden, een diagnose die hij bevestigt door de procedures te volgen die hij tijdens zijn opleiding heeft geleerd.

Dit is vintage Transfer, waarbij Joey zijn kennis van school toepast in een echte werksetting, wat direct resulteert in een correcte diagnose en een tevreden klant.

Boundary Crossing

Laten we diezelfde situatie nu bekijken vanuit het idee van Boundary Crossing.

Wanneer Joey, die student motorvoertuigentechniek, zijn stage begint bij een lokale autowerkplaats, wordt hij begeleid door Mark, een ervaren monteur die niet alleen technisch sterk is, maar ook regelmatig bijscholing krijgt om bij te blijven op het gebied van motortechnieken. Joey begint met het repareren van een motorprobleem aan een oude, grijze Ford Mondeo, waarbij hij de theorieën die hij op school heeft geleerd, toepast. Mark geeft ter plekke praktische tips, waardoor Joey de kennis van school direct kan verbeteren met real-world ervaringen.

Naarmate Joey verder leert op zijn stage, introduceert Mark hem bij nieuwe technologieën in de werkplaats. Een hoogtepunt is de introductie van een geavanceerd diagnosetoestel waar Mark net voor op cursus is geweest. Hij legt geduldig uit hoe dit toestel werkt en hoe het hun werk vereenvoudigt, waardoor Joey niet alleen technische, maar ook adaptieve vaardigheden opdoet die essentieel zijn voor moderne autotechnici.

Joey neemt deze nieuwe kennis mee terug naar school, waar hij zijn docent en medestudenten enthousiast vertelt over het apparaat en hoe het functioneert. Hij realiseert zich dat er meer oplossingsrichtingen zijn dan hij op school leerde.

Joey ontdekt ook dat er meer machines en andere manieren van werken zijn op de werkplaats dan hij ooit op school heeft gezien. Dit inspireert hem om op school anders te gaan werken. Hij begint te experimenteren met verschillende technieken en benaderingen, en ontwikkelt zo zijn eigen werkwijze, die een mix is van de theorie van school en de ervaring in de praktijk.

Deze constante uitwisseling van kennis en ervaring tussen de stageplek en de school, en weer terug, illustreert perfect het concept van Boundary Crossing. Joey's ervaringen bij de autowerkplaats verrijken zijn schoolkennis, die hij weer meeneemt terug naar de klas. Dit doorlopende heen en weer dansen tussen school en werkplaats bereidt Joey voor op de complexiteit en de snelle veranderingen in de hedendaagse werkwereld, waarbij de begeleiding van Mark de brug vormt over de kloof tussen theorie en praktijk.

Waarom is Boundary Crossing beter?

Hoewel we in het vorige stuk de grenzen tussen disciplines poëtisch vergeleken met een balletvoorstelling, laten we nu de tutu's en spitzen even achterwege en focussen we op het wetenschappelijke nut van 'Boundary Crossing' ten opzichte van de oude vertrouwde 'Transfer'.

Even terug naar Joey: Bij Transfer voert hij gewoon de kunstjes uit die hij op school geleerd heeft, zoals een goed getrainde circuspony. Nuttig, je moet ergens beginnen, maar niet bijster origineel. Boundary Crossing daarentegen, zet hem aan tot een continue uitwisseling tussen school en werkplek. Niet een eenmalige 'trucje doen, applaus ontvangen en gordijn', maar een dynamisch proces van aanpassen, toepassen, en opnieuw evalueren. Heen en weer. Hops-Hops.

In dit proces gebruikt Joey de theoretische kennis van school direct in de praktijk, maar belangrijker nog, hij neemt de praktijkervaringen weer mee terug naar de schoolbanken. Zoals de nieuwe technologieën en methoden die hij in de garage ontdekt. Hij leert dat de manier waarop iets 'hoort', niet altijd de enige of beste manier is. Hierdoor ontwikkelt hij zijn eigen werkwijze, een mix van schoolboekwijsheid en street smart, die hem onderscheidt van zijn medestudenten.

Door stagiairs zoals Joey te leren niet alleen kennis over te brengen maar deze ook terug te koppelen en aan te vullen, bereiden we ze voor op een arbeidsmarkt die niet wacht tot ze hun diploma hebben. Het is een aanpak die hen leert om niet alleen uitvoerders te zijn, maar ook vernieuwers.

Dus terwijl Transfer misschien de veilige en rechttoe rechtaan methode is die studenten leert om bestaande kennis toe te passen, is Boundary Crossing de benadering die hen echt voorbereidt op de echte wereld; een wereld die net zo veel plotwendingen heeft is als een aflevering van The Bold and the Beautiful.

In de wereld is het vermogen om je snel aan te passen en te innoveren ongeveer net zo waardevol als het vermogen om op je tenen te kunnen dansen, mocht je ooit in een ballet terechtkomen.

Waarom is Boundary Crossing zo goed?

1. Aanpassingsvermogen en flexibiliteit: In de moderne, snel veranderende werkwereld zijn de eisen vaak niet lineair en vereisen ze meer dan het toepassen van bestaande kennis. Boundary crossing stimuleert aanpassingsvermogen en de ontwikkeling van flexibiliteit, essentiële vaardigheden om te kunnen slagen in diverse en dynamische omgevingen.

2. Dieper leren en innovatie: Door actief grenzen te overschrijden en zich aan te passen aan nieuwe contexten, ontwikkelen studenten een dieper begrip van zowel hun oorspronkelijke als nieuwe domeinen. Dit bevordert niet alleen persoonlijk leren, maar stimuleert ook innovatie door de combinatie van verschillende perspectieven en praktijken.

3. Professionele Groei en Identiteitsontwikkeling:

Boundary crossing helpt bij het bouwen van een professionele identiteit. Het dwingt individuen om hun rol en benaderingen voortdurend te heroverwegen en te herdefiniëren, wat leidt tot stevige persoonlijke en professionele groei.

4. Interdisciplinaire Samenwerking:

In veel sectoren is het vermogen om effectief samen te werken met professionals uit verschillende disciplines cruciaal. Boundary crossing bevordert het vermogen om 'talen' van verschillende vakgebieden te spreken en te integreren, wat essentieel is voor complexe projecten en initiatieven.

Samengevat, terwijl ‘transfer’ essentieel blijft voor het toepassen van specifieke vaardigheden in bekende situaties, biedt ‘boundary crossing’ bredere voordelen die essentieel zijn voor duurzaam succes en ontwikkeling in zowel persoonlijke als professionele contexten.

10 vragen voor de begeleider

Vragen die je als begeleider aan de student kunt stellen om Boundary Crossing te stimuleren:

1. Wat heb je deze week op school geleerd dat je hier hebt toegepast?

Dit helpt de student na te denken over de directe koppeling tussen school en werkplek.

2. Welke nieuwe technieken of werkwijzen heb je op de werkplek ontdekt die je nog niet op school hebt geleerd?

Stimuleert het bewustzijn van nieuwe inzichten en vaardigheden buiten de schoolomgeving.

3. Hoe zou je wat je hier hebt geleerd, kunnen toepassen in een schoolopdracht of project?

Deze vraag zet de stagiair aan het denken over hoe praktijkkennis ook op school nuttig kan zijn.

4.Wat ging goed bij het toepassen van wat je op school hebt geleerd? Wat ging minder goed?

Dit helpt de student om zowel successen als uitdagingen te identificeren en ervan te leren.

5. Zie je overeenkomsten of verschillen tussen hoe we hier werken en wat je op school hebt geleerd? Hoe ga je daarmee om?

Geeft inzicht in hoe de student theorie en praktijk integreert en aanpast.

6. Hoe zou je de manier waarop je werkt aanpassen op basis van wat je hier hebt geleerd?

Stimuleert de student om na te denken over het verbeteren van werkwijzen en methodes.

7. Zijn er dingen die je op school geleerd hebt, die je hier anders hebt moeten aanpakken? Waarom?

Deze vraag helpt de stagiair reflecteren op hoe de praktijk soms anders is dan de theorie.

8. Hoe denk je dat je ervaring hier jouw aanpak op school zal veranderen?

Dit bevordert de terugkoppeling van werkplekervaringen naar de klasomgeving.

9. Wat zou je graag nog willen leren op school dat je hier hebt gezien?

Helpt de stagiair om nieuwe leermogelijkheden te identificeren.

10. Welke nieuwe ideeën of oplossingen heb je bedacht door je ervaring hier? Hoe zou je die kunnen gebruiken in andere situaties?

Stimuleert creatief denken en het toepassen van nieuwe kennis in verschillende contexten.

Met deze vragen help je de stagiair om actief na te denken over de wisselwerking tussen wat ze op school leren en wat ze in de praktijk ervaren, en hoe ze die kennis kunnen integreren en aanpassen.

Bronnen:

https://discovery.ucl.ac.uk/id/eprint/10096714/1/Popov_identity_renegotiation_JP_author_copy.pdf

https://link.springer.com/article/10.1007/s10649-013-9517-z

Vorige
Vorige

Taart

Volgende
Volgende

MANIFEST