Ordinary World
“But I won't cry for yesterday
There's an ordinary world
Somehow I have to find
And as I try to make my way
To the ordinary world
I will learn to survive”
Duran Duran (1995)
Laatst zat ik in de trein. Gebeurd niet vaak. Maar toch. Op het perron stonden mensen in rijen te wachten, allemaal voorovergebogen naar hun telefoon. In de coupe hetzelfde beeld: jong, oud, iedereen scrollend door hun timelines. Tik, tik, tik - hun duimen bewegen als robots over de schermen. Like, swipe, like. Het deed me denken aan een liedje van Duran Duran dat ik vroeger vaak hoorde: 'Ordinary World'. Daarin zingt Simon le Bon over zijn verlangen naar een gewone wereld. Naar normaal. En ineens begreep ik waarom al die mensen maar blijven scrollen.
Want wat is er eigenlijk aan de hand met ons en onze telefoons? We hebben het vaak over Generatie Z, maar eigenlijk zijn we allemaal verslaafd geraakt aan onze schermpjes. Jong en oud, we zitten er allemaal aan vast. Toch zien we vooral bij jongeren dat het steeds meer problemen oplevert. De cijfers liegen er niet om: nog nooit waren er zoveel jonge mensen met psychische klachten. Dat is geen toeval. Want hoe meer tijd ze online doorbrengen, hoe slechter ze zich voelen. Maar waarom eigenlijk?
Stel je voor dat je een boterham eet. Gewoon, een boterham met kaas. Is dat leuk of niet leuk? Rare vraag, toch? Een boterham is gewoon een boterham. Soms smaakt hij lekker, soms ben je er niet zo van onder de indruk, en meestal denk je er helemaal niet over na. Zo werkt het leven: rommelig, onduidelijk, en vooral niet in hokjes te stoppen.
Het internet doet alsof dat wel kan. Het is als een grote machine die alles wat we doen en voelen probeert om te zetten in nullen en enen. Leuk of niet leuk. Volgen of niet volgen. Het lijkt handig, maar het is eigenlijk heel vreemd. Want mensen zijn geen computers. We voelen vaak verschillende dingen tegelijk. We kunnen blij zijn én verdrietig, zeker én onzeker, enthousiast én bang.
De schrijver Milan Kundera noemt dit 'de ondraaglijke lichtheid'. Alles op internet is licht, vluchtig, zonder gewicht. Een foto hier, een berichtje daar. Swipe, like, door. Maar mensen hebben juist behoefte aan zwaarte. Aan dingen die ertoe doen. Aan momenten die betekenis hebben. Het is als het verschil tussen fastfood en een goede maaltijd: de een vult je maag, de ander voedt je echt.
Neem die grote winkelcentra waar je tegenwoordig overal ziet. De architect Rem Koolhaas noemt ze 'Junkspace': plekken vol spullen en prikkels, maar zonder echte betekenis. Het internet is ook zo'n plek geworden. Vol berichten en foto's en filmpjes, maar als je goed kijkt is het meestal betekenisloos. En dat doet iets met je hoofd.
Want wat gebeurt er als je alleen maar lichte, betekenisloze dingen consumeert? Je wordt er moe van. Leeg. De statistieken laten het zien: meer schermtijd betekent meer angst, meer somberheid, meer eenzaamheid. Het is alsof je alleen maar suiker eet: het smaakt even lekker, maar het voedt je niet. En op een gegeven moment word je er ziek van.
Het probleem is dat we ons hierdoor steeds vaker leeg voelen. Jongeren zijn extra kwetsbaar, zij groeien op met deze constante druk om online te bestaan, om gezien te worden. Want als alles draait om likes en volgers, wat blijft er dan over als die likes wegvallen? Als niemand je foto liked, besta je dan nog wel? Natuurlijk wel! Maar het voelt niet meer zo. En dat gevoel vreet aan je.
Jorge Luis Borges schreef ooit een verhaal over een oneindige bibliotheek. De mensen daarin zoeken eindeloos naar het perfecte boek, maar vinden alleen maar betekenisloze tekens. Net zoals wij eindeloos scrollen op zoek naar... ja, naar wat eigenlijk? Naar iets dat gewicht heeft. Naar iets dat ertoe doet.
De Duitse filosoof Martin Heidegger merkte bovendien al scherp op: Mensen zijn de enige wezens die constant nadenken over hun eigen bestaan. Een koe doet dat niet, die is gewoon aan het ‘koe zijn’, die piekert niet over haar aantal volgers.
Wij mensen zijn altijd bezig met de vraag wat het betekent om te bestaan. En dat wordt extra ingewikkeld als je leven wordt gemeten in likes.
Betekent dit dat we allemaal onze telefoons moeten weggooien? Nee, natuurlijk niet. Het internet is er en het blijft. Maar we moeten wel begrijpen dat het leven meer is dan wat je kunt meten. We hebben zwaarte nodig. Echtheid. Dingen die blijven, ook als je ze niet kunt liken.
Wat we nodig hebben is niet nóg meer likes of volgers, maar echte ervaringen. Momenten die je niet kunt vangen in een post. Een goed gesprek bijvoorbeeld, of het gevoel dat je krijgt als je iets nieuws leert. Zoals een stage: daar doe je échte dingen, met échte mensen. Je maakt fouten, je leert, je groeit. Dat kun je niet in een like vangen. Het is rommelig en soms ongemakkelijk, maar juist daarom zo waardevol.
Want in die onoverzichtelijke rommeligheid van de ‘echte’ wereld zit het ‘echte’ leven. Zoals al die mensen in de trein: misschien zouden ze gelukkiger zijn als ze gewoon uit het raam keken, naar de wereld buiten hun telefoon. Of nog beter: als ze met elkaar zouden praten. Want ook bij aankomst zie je hetzelfde: een perron vol mensen die naar hun scherm staren, terwijl het echte leven om hen heen stroomt.
Want daar is hij nog steeds: de gewone wereld waar Duran Duran over zong. Een wereld die niet perfect is, maar wel echt. Een wereld waar een like gewoon een like is, en niet de maat van je bestaan. Een wereld waar je mag zijn wie je bent, ook als daar geen hashtag voor bestaat. Een wereld met gewicht.
En weet je wat het mooie is? Die ‘ordinary world’ is er nog steeds. We moeten alleen even onze telefoon neerleggen om hem te zien; studenten leren dat ze dit doen.
Want soms is het leven op zijn best als het gewoon... gewoon is.