Hello World

“Hello World”; twee beroemde termen uit “The C Programming Language" van Brian Kernighan en Dennis Ritchie (1978), markeerde niet alleen het prille begin van menige codeer carrière; het is ook een metafoor voor jongeren die hun eerste ongemakkelijke stappen zetten op de arbeidsmarkt. Net zoals die eerste regels code voor een programmeur de poort opent naar een wereld vol mogelijkheden en obstakels, stappen jongeren een nieuwe wereld binnen. Een wereld die voor hen vaak net zo verwarrend is als een IKEA-handleiding zonder plaatjes. De vraag is: in wat voor wereld laten we ze eigenlijk los? En misschien nog belangrijker; hoe kunnen we die wereld zo inrichten dat het niet alleen draait om snelle, oppervlakkige ervaringen, maar om iets blijvends, iets betekenisvols?

Van Third Space naar Junkspace

Ooit hadden we de zogenoemde “third spaces,” zoals Ray Oldenburg ze in 1989 beschreef. Plekken tussen thuis (first place) en werk (second place) waar mensen zich vrij en gelijk voelden, zoals cafés, parken en bibliotheken. Het waren ruimtes waar je ideeën kon delen, kon leren van anderen en je sociale kring kon uitbreiden. Maar die third spaces, de broedplaatsen van creativiteit en groei, zijn steeds vaker vervangen door wat architect Rem Koolhaas scherp omschreef als ‘junkspace’. Deze junkspaces, zowel fysiek als digitaal, zijn plekken waar we doorheen snellen zonder echt te ervaren. Waar alles draait om consumptie, snelheid, en oppervlakkige interactie. Van identieke koffiezaken tot eindeloze scrollsessies op Instagram; alles voelt comfortabel en herkenbaar, maar daagt je niet uit, biedt geen frictie.

Piramides versus Junkspaces

Volgens Koolhaas bracht de architectuur van de twintigste eeuw niets voort wat blijvend is, zoals de piramides dat ooit deden. Waar de piramides een monument zijn voor de lange termijn, voor iets dat duizenden jaren blijft staan, zijn onze moderne junkspaces vluchtige constructies, gebouwd op het fundament van snelheid en consumptie. Ze hebben geen ziel, geen blijvende impact. Dit geldt zowel voor de fysieke ruimtes waarin jongeren zich bewegen als voor de digitale omgevingen waar ze uren in verdwijnen. De koffiezaak is overal hetzelfde, net zoals de eindeloze herhaling van content op sociale media.

Maar juist die oppervlakkigheid smoort betekenisvolle ontwikkeling. Jongeren hebben ruimtes nodig die hen uitdagen, die weerstand bieden, waar ze kunnen falen en daarvan leren. Want, zoals filosoof Byung-Chul Han benadrukt in ‘De Palliatieve Maatschappij’, is het vermijden van ongemak juist wat ons tegenhoudt in onze groei. We zijn zo geobsedeerd met comfort dat we vergeten dat het juist de weerstand is die ons sterker maakt. Geen mentale frictie betekent geen ontwikkeling.

No pain, no gain.

De Architectuur van waardevolle ervaringen

Als we willen dat jongeren echt groeien, moeten we die junkspaces inruilen voor leeromgevingen die gericht zijn op de lange termijn. Net zoals de piramides staan voor iets dat de tand des tijds doorstaat, moeten we ruimtes bouwen die niet alleen voor vandaag relevant zijn, maar die ook in de toekomst waarde blijven bieden. Ruimtes die hen uitdagen, waar ze kunnen falen, reflecteren en ontwikkelen.

Leren gebeurt niet alleen door succes, maar juist door het omgaan met falen. We moeten een architectuur van weerstand creëren, waarin jongeren door die frictie worden uitgedaagd om te leren en te groeien. Dit is geen snelle sprint, maar een marathon. Net zoals de piramides een symbool zijn van duurzaamheid, moeten we ervoor zorgen dat de ervaringen die jongeren vandaag opdoen, de solide basis vormen voor hun ontwikkeling in de toekomst.

Mentale gezondheid in Junkspace

Onderzoekers zoals Jean Twenge en Jonathan Haidt in ‘The Anxious Generation’ hebben het verband tussen sociale media en de toename van depressie onder jongeren helder blootgelegd. Platforms zoals Instagram en TikTok zijn in feite digitale junkspaces, ontworpen om aandacht te grijpen zonder echt iets te bieden. Jongeren worden ondergedompeld in een oppervlakkige, vluchtige wereld waarin alles draait om prestaties en perfectie, zonder ruimte voor fouten of reflectie. De Nederlandse onderzoeker Eveline Crone is iets optimistischer in haar boek Generatie Zelfvertrouwen en ziet dat jongeren vaak wel doorhebben dat het perfecte plaatje op sociale media niet de realiteit is.

Maar zelfs met die veerkracht blijft de kern van het probleem hetzelfde: junkspaces (zowel fysiek als digitaal) bieden geen echte uitdaging en geen ruimte voor groei.

Hello World, Herontdek de ruimte

De uitdaging ligt dus in het herontwerpen van de omgevingen waarin jongeren zich ontwikkelen. We moeten leren van het verleden, van de architectuur van de piramides, en ons richten op het creëren van duurzame, betekenisvolle ruimtes die weerstand bieden, waar jongeren kunnen falen en daarvan leren. Laten we ruimtes bouwen die niet oppervlakkig en vluchtig zijn, maar diepgaand en blijvend.

Terug naar die eerste twee woorden: Hello World. Een leeromgeving is (een van de) eerste ontmoetingen van jongeren met de wereld. Het is die ervaring die de toon zet. De uitdaging ligt daarom niet alleen in het reageren, maar in het actief vormgeven van omgevingen die echte groei bevorderen en die ervaring positief maken. Jongeren hebben niet nog meer junkspaces nodig, maar third spaces die hen uitdagen en hen laten reflecteren op hun ervaringen.

Leren door weerstand

Net zoals een gebouw begint dit met een stevige fundering, staat of valt een loopbaan jonge mensen met een stevige start. Als we jongeren willen helpen veerkrachtige, succesvolle, flexibele deelnemers aan onze arbeidsmarkt te worden, moeten we de architectuur van junkspaces afbreken en vervangen door iets duurzaams. Net zoals de piramides ons duizenden jaren later nog steeds fascineren, moeten de leeromgevingen die we nu ontwerpen blijvende waarde bieden. Laten we niet bouwen voor de korte termijn, maar voor de lange termijn. Want alleen dan kunnen we jongeren echt helpen om te bloeien in het complexe economische landschap van vandaag.

Vorige
Vorige

MANIFEST